Roulette kansberekening – winkansen, huisvoordeel & tips (2025)

Wat is kansberekening bij roulette?

Roulette kansberekening richt zich op een fundamentele vraag: wat is de waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis plaatsvindt?

Roulette illustreert dit op een duidelijke manier. Een Europees wiel bevat 37 vakjes: de cijfers 1 t/m 36 en één groene nul. Speel je op één enkel getal, dan is je kans exact 1 op 37. Dat is 2,70%. Kies je voor rood of zwart, dan dek je 18 van die 37 vakjes. Je kans is dan 18/37, oftewel 48,65%. Net iets minder dan 50%, dankzij die ene nul. Het huis wint op de marge.

Wil je meerdere kansen combineren: bijvoorbeeld twee keer rood achterelkaar. Dan vermenigvuldig je de afzonderlijke kansen: 18/37 × 18/37 ≈ 23,6%. Dat is roulette kansberekening in actie.

Het is van belang om een helder onderscheid te maken tussen gebeurtenissen die afhankelijk zijn van elkaar en degenen die dat niet zijn. Bij het roulette spel zijn alle spins onafhankelijk. Wat eerder is gebeurd, heeft nul invloed op wat volgt. Rood kan tien keer achterelkaar zijn gevallen, de elfde draai blijft gewoon 18 op 37.

Dat maakt roulette anders dan bijvoorbeeld kaartspellen. Trek je een kaart uit een deck, dan verandert de kans op de volgende kaart (de eerste is immers weg). Dat noemen we een afhankelijke gebeurtenis. Maar roulette is elke keer ‘opnieuw beginnen’. Vergelijk het met een munt opgooien: kop blijft 50%, zelfs na vijf keer munt.

Toch blijven veel spelers patronen zoeken. Ze noteren uitkomsten, wachten op “hete” of “koude” nummers, of denken dat een getal “moet vallen” omdat het lang is uitgebleven. Dat is de bekende Gambler’s Fallacy: de denkfout dat het verleden invloed heeft op de toekomst. Wiskundig gezien is het flauwekul en toch zit het diep in ons gedrag verankerd.

Verschillende roulettetafels en het huisvoordeel

Niet elk roulettewiel is gelijk. Wie achteloos plaatsneemt aan een willekeurige tafel, speelt mogelijk al met een fors nadeel, zonder het te weten.

Het Europese rulettewiel heeft 37 vakjes: 1 tot en met 36, plus één enkele groene nul. Dat lijkt een klein detail, maar het is allesbepalend. Door die ene nul en de uitbetalingsstructuur ontstaat een huisvoordeel van 2,7%. In gewoon Nederlands: van elke ingezette euro houdt het huis op lange termijn 2,7 cent achter.

De Franse variant werkt grotendeels hetzelfde, maar voegt iets interessants toe: de La Partage– en En Prison–regels. Valt het balletje op 0 terwijl jij een even-money inzet hebt (zoals rood of even), dan verlies je je inzet niet volledig. Je krijgt óf de helft terug óf je inzet blijft staan voor de volgende draai. Gevolg? Het huisvoordeel halveert op die inzetten naar slechts 1,35%.

En wat dacht je van de Amerikaanse variant? Die voegt een tweede groene nul toe: de dubbele nul (00). Daarmee kom je op 38 vakjes. Op het eerste gezicht nauwelijks verschil, maar de impact is groot. De winstkans daalt; het huisvoordeel stijgt naar 5,26%. Daarmee is Amerikaans roulette structureel slechter voor jou als speler.

Waarom speelt men het dan nog? Simpel: gemak, gewoonte en casino trucs. Amerikaanse tafels staan vaak als eerste bij de ingang. Ze draaien sneller, trekken grotere groepen en ogen ‘spannender’. Maar achter dat schijnbare spektakel schuilt een minder gunstige wiskunde.

Winkansen per inzet

Elke inzet bij roulette is een simpele rekensom. Hoe meer vakjes je dekt, hoe groter je kans op winst, maar hoe lager de uitbetaling. Omgekeerd: hoe specifieker je gok, hoe kleiner je kans, maar des te hoger de beloning. Alles draait om het delen: het aantal gekozen cijfers gedeeld door het totaal van 37 vakjes (bij Europees roulette).

Hieronder zie je precies wat je kunt verwachten per inzettype:

• Even money bets – 18 van de 37 nummers
  Kans: 48,65%
  Uitbetaling: 1:1
  Voorbeelden: Rood/Zwart, Even/Odd, Hoog/Laag
  ⤷ Populair door eenvoud en spreiding. Bij Frans roulette extra gunstig door La Partage-regel.
• Dozijn of kolom – 12 van de 37 nummers
  Kans: 32,43%
  Uitbetaling: 2:1
  ⤷ Geschikt voor iets hoger risico, met behoud van redelijke spreiding.
• Six line (zes nummers) – 6 van de 37
  Kans: 16,22%
  Uitbetaling: 5:1
  ⤷ Twee naast elkaar liggende straten. Verhoogt winstkans bij groepsinzetten.
• Corner (vier nummers) – 4 van de 37
  Kans: 10,81%
  Uitbetaling: 8:1
  ⤷ Kruispunt tussen vier vakjes.
• Street (drie nummers) – 3 van de 37
  Kans: 8,11%
  Uitbetaling: 11:1
  ⤷ Één rij op het bord. Beperkt risico met nog altijd redelijke uitbetaling.
• Split (twee nummers) – 2 van de 37
  Kans: 5,41%
  Uitbetaling: 17:1
  ⤷ Inzetten op de lijn tussen twee nummers.
• Straight-up (enkel nummer) – 1 van de 37
  Kans: 2,70%
  Uitbetaling: 35:1
  ⤷ Maximaal risico, maximale winst. Geldt ook voor de groene nul.
• Jeu Zéro – dekt 7 specifieke nummers rond de nul
  Kans: 18,92%
  Uitbetaling: varieert per sub inzet (gemiddeld rond 6:1)
  ⤷ Populair in Europese high-limit casino’s. Dekking rondom de nul met meerdere chips.

Hoewel elk van deze inzetten op zichzelf staat, verandert de totale kansverdeling niet.

Combinaties en onafhankelijkheid van gebeurtenissen

Bij roulette zijn alle gebeurtenissen onafhankelijk. Dat betekent: elke spin is een op zichzelf staand moment. Toch trapt men massaal in dezelfde val: de Gambler’s Fallacy. Die denkt dat het wiel een soort moreel kompas heeft. Dat als rood al vijf keer is gevallen, zwart “wel moet komen”. Het klinkt logisch, voelt zelfs intuïtief juist, maar het is een wiskundige illusie. Zelfs na tien keer zwart is de kans op rood bij de volgende draai nog steeds 18 op 37. Precies even hoog als voorheen.

Voorbeeld van een onafhankelijke kans

Je zet twee keer op rij op zwart. De kans dat je beide keren wint:

Eerste draai zwart: 18/37
Tweede draai zwart: 18/37
Samen: 18/37 × 18/37 ≈ 0,236 → oftewel 23,6%

Of de eerste draai wel of niet goed was, verandert niets aan de tweede. Het balletje begint gewoon opnieuw.

Voorbeeld van een afhankelijke kans

Stel je voor: er zitten tien knikkers in een zak. Zes rode, vier blauwe. Je pakt er eentje zonder te kijken. De kans op rood is dan 6/10.

Je haalt de knikker eruit en stopt hem niet terug.

Voor de tweede trek heb je nu nog negen knikkers over. Als je bij de eerste beurt rood pakte, zijn er nog vijf rode over en is de kans op nog een rode knikker gedaald naar 5/9. Zie je het verschil?

Verwachte waarde en huisvoordeel

Roulette lijkt eerlijk: je zet in op een nummer en als het valt, krijg je 35 keer je inzet. Maar wie beter kijkt, ziet een subtiel maar structureel huisvoordeel. De oorzaak? De verwachte waarde en die is voor jou als speler altijd negatief.

De verwachte waarde is een berekening van wat je gemiddeld terugkrijgt per inzet, op lange termijn. En die rekensom is eenvoudig: wat is je kans op winst, keer de uitbetaling, vergeleken met je inzet.

Laten we het voorbeeld nemen van een inzet op één nummer:

• Kans dat het nummer valt: 1 op 37 (2,70%)
• Uitbetaling: 35 keer je inzet

Stel, je zet € 1 in. Je verwachte winst is dan:

(1/37 × € 35) + (36/37 × -€ 1) = € 0,95 – € 0,97 = -€ 0,027

Dat is een verlies van 2,7 cent per euro inzet. Die -2,7% is het huisvoordeel bij Europees roulette. En daar zit het venijn. Want een eerlijke betaling bij 1/37 kans zou 36 keer je inzet moeten zijn. Maar het casino keert er maar 35 uit. Die ene ontbrekende factor is de casinowinst.

Bij het Amerikaanse wiel wordt het erger. Dat heeft 38 vakjes (met een extra 00), maar betaalt nog steeds slechts 35 : 1 uit op een enkel nummer. De kans op winst is dan 1/38, maar je krijgt weer ‘maar’ 35 terug. Resultaat: een huisvoordeel van 5,26%. En bij sommige inzetten zelfs 7,89%.

Frans roulette is de uitzondering: bij inzetten op rood-zwart, even/oneven en hoog/laag gelden regels als La Partage of En Prison. Valt de nul, dan krijg je de helft terug of blijft je inzet staan. Hierdoor halveert het huisvoordeel op deze inzetten tot 1,35%.

Samengevat:

Bekende strategieën versus kansberekening

Sommige spelers komen niet om te gokken, maar om te rekenen. Ze brengen notitieblokken mee, volgen reeksen, gebruiken schema’s en houden zich vast aan systemen. Martingale, Fibonacci, d’Alembert: strategieën die allemaal hetzelfde beloven: grip krijgen op de toevalsfactor. Maar wat ze vergeten, is dat roulette kansberekening onwrikbaar is. Geen enkel systeem verandert het huisvoordeel.

Deze strategieën werken via inzet progressies: je verhoogt je inzet na verlies (of winst.) In de hoop je verliezen terug te draaien of winstreeksen te benutten. Maar ze negeren één cruciaal gegeven: het roulettewiel onthoudt niets. Elke draai blijft 18 op 37 voor rood, ongeacht je inzet of voorgeschiedenis.

Voorbeeldstrategieën en hun werking

Strategieën voor roulette kunnen structuur geven en sommige spelers vinden er rust in. Maar laat je niet misleiden: ze verhogen je kans op korte termijnsucces niet structureel. Het huis blijft winnen.

Conclusie

Roulette is geen raadsel. Wie de wiskunde begrijpt, doorziet het spel. De winstkans wordt simpelweg bepaald door het aantal cijfers dat je dekt, gedeeld door 37. Elke spin is een op zichzelf staand moment. Geen patronen, geen geheugen, geen correcties door het universum. Alleen een pure kans.

Het huisvoordeel is onzichtbaar, maar fair. Je speelt tegen een marge die je niet kunt omzeilen, hoe slim je ook inzet. Wat wél werkt? Kennis. Wie snapt hoe kansen werken, speelt bewuster. En wie bewust speelt, houdt de controle. Gebruik wat je weet. Kies een wiel, blijf rationeel en stel je grenzen. Want roulette draait niet alleen om cijfers, maar vooral om keuzes. Die van jou.

Veelgestelde vragen